De comeback van skinnyfication: waarom dun zijn weer dé norm lijkt – en waarom dat zorgelijk is
Waarom we massaal terugvallen in de nieuwe, dunne schoonheidsideaal – en wat dat met onze koophonger én zelfbeeld doet. Hebben we dan niks geleerd?
Even een korte mededeling: de terugkijklink van de workshop ‘Zo check je zelf online kledingmerken op duurzaamheid’ + de handout ontvang je komende week in je inbox. Het was een mooie sessie en duurzaamheidsexpert Nynke Eggen heeft zoveel kennis gedeeld!
Er is iets waar ik me zorgen over maak (naast een hoop andere dingen in de wereld): de comeback van skinnyfication in de mode-industrie. Je ziet het overal: op catwalks, in campagnes, op je tijdlijn. En dat is zorgelijk. Want er is een directe link tussen hoe we naar ons lichaam kijken en hoe (en wat) we consumeren. Gek genoeg hoor je daar bijna niemand over, terwijl we leven in een tijd waarin overconsumptie piekt en sociale media steeds eenzijdigere schoonheidsidealen pushen. Ik vraag me echt af: waar zijn we in vredesnaam mee bezig?
Sinds ik begon aan mijn No Buy Year en écht afstand nam van mijn koopgedrag, denk ik veel terug aan de jaren waarin fast fashion en mijn lichaamsonzekerheid hand in hand gingen. Hoe vaak ik de stad in ging of eindeloos online scrolde, op zoek naar dat ene kledingstuk dat me beter zou laten voelen. Mooier. Slanker. Ik had in die tijd totaal niet door dat het mij daar om ging, maar onbewust hoopte ik altijd dat kleding mijn onzekerheid kon oplossen.
Die onzekerheid begon in mijn puberteit en sloop in mijn hoofd, mijn eetpatroon en uiteindelijk ook in mijn kledingstijl. Ik vond mezelf dik – absurd als ik er nu op terugkijk, maar toen voelde ik dat zo sterk. Mijn buik, billen, bovenbenen: alles moest platter en strakker. In plaats van mezelf leren accepteren, bedacht ik hoe ik mijn ‘dikkere lichaamsdelen' (zoals ik dat toen zag) moest verhullen. Ik droeg oversized shirts om mijn heupen te verbergen. Daaronder skinny jeans, maar alleen in combinatie met iets wijdvallends erboven. Als ik een korter shirt droeg, hield ik op de foto vaak een tas voor mijn billen als ik opzij stond.
Als ik terugkijk naar de foto's op mijn oude fast fashion blog, zie ik het meteen: de hoek van boven, mijn benen in een bepaalde houding - allemaal trucs om slanker te lijken.
Natuurlijk, een bepaalde onzekerheid hoort vaak bij jong zijn. Maar mijn jeugd – de jaren ’90 en vroege 2000’s – ademde één dominante boodschap voor vrouwen: dun is beter. Die norm zat overal in verweven: in tijdschriften, videoclips, televisieseries. Kijk alleen al naar deze video:
Volgende week word ik 38. Mijn huid heeft rimpels, mijn benen steeds meer putjes en mijn buik is zachter sinds ik mijn dochter kreeg. En toch voel ik me beter dan ooit. Ik weiger nog langer mijn energie te verspillen aan het haten van mijn lijf. Jaren van verdriet, moeite en geld gaven me werkelijk níets terug, behalve onzekerheid en een overvolle, constant veranderende kledingkast. Het was het totáál niet waard.
Wat me hielp? Zelfliefde, het krachtigste medicijn tegen koophonger. Misschien klinkt het cliché, maar voor mij was het een kantelpunt. Ik hou nog steeds van kleding (daar is niets mis mee), maar ik heb geen bergen meer nodig om me goed te voelen. Ik heb hier jarenlang aan gewerkt, onder andere door veel met de filosofie bezig te zijn, en ik ben trots op waar ik nu sta.
Mijn zorgen liggen bij de nieuwe generatie. Waar ik zie het weer gebeuren, op sociale media, in modecampagnes: de verheerlijking van dun is terug, maar dan digitaler én steeds dominanter. En niets jaagt koophonger harder aan dan ontevredenheid over je lijf. Laten we verder in het systeem achter lichaamsbeeld en koopgedrag duiken.
De opkomst van body positivity én slow fashion
Gelukkig kwam er het afgelopen decennium ook een tegenbeweging op gang: de body positivity-beweging won enorm aan terrein. Zowel sociale als traditionele media lieten meer verschillende lichamen zien, grote modemerken boekten modellen met rondingen in hun catwalkshows en diversiteit werd omarmd in topmodellenprogramma’s op tv. De boodschap: je bent goed zoals je bent. Minder perfectie, meer echtheid.
Deze beweging liep bijna parallel met de opkomst van slow fashion, waar ik onderdeel van werd toen ik mijn koopgedrag omgooide. Ook ik merkte het: hoe liever ik voor mezelf werd, hoe minder behoefte ik had om mezelf te ‘fixen’ met spullen. Wie zichzelf accepteert, heeft minder nodig om zich compleet te voelen. Echte zelfliefde leidt tot liefde voor de wereld: minder fast fashion, meer tweedehands, meer kwaliteit en eigenheid.
Mijn boho chic, heroin chic en indie sleaze iconen: Mary-Kate Olsen, Kate Moss, Cory Kennedy
Terug naar dun: de heropleving van een oud ideaal
Maar die bevrijding lijkt van korte duur. Het oude schoonheidsideaal maakt een comeback: size zero is terug. De opmars van Ozempic, een diabetesmedicijn dat inmiddels massaal als afslankmiddel wordt gebruikt, is daar een pijnlijk voorbeeld van. Wat in 2022 nog werd weggezet als een “bizarre trend”, lijkt nu, mede dankzij talloze celebrities ineens bizar afvielen, bijna normaal geworden. Natuurlijk is het geweldig dat sommige mensen hier eindelijk mee af kunnen vallen. Maar het beeld waar de hype aan bijdraagt – slank als ideaal – wordt steeds dominanter. En de gevolgen zijn serieus: steeds vaker lees ik over jonge mensen die er eetstoornissen aan overhouden, of erin worden meegetrokken (en dat staat nog los van de illegale industrie die rondom Ozempic ontstaat, zoals BOOS aankaartte).
Ook in de modewereld zie ik het verschuiven: tijdens recente shows vielen de opvallend slanke catwalklichamen me direct op. In Holland’s Next Top Model zagen we dit jaar opnieuw alleen maar modellen met een heel slank figuur. En begrijp me goed: ieder lichaam verdient een plek. Maar als de industrie één enkel type blijft verheerlijken, keren we stilletjes terug naar het idee dat alleen slank ‘mooi genoeg’ is.
Dan de terugkeer van de skinny jeans, het kledingstuk waarvan altijd werd gezegd: “niet elk figuur kan dit hebben” (met andere woorden: je moet zogenaamd dun zijn - zéker niet mijn woorden, trouwens). Ook de zogenaamde ‘heroin chic’-look maakt een revival door: magere lichamen, bleke huid, grungy kleding.
Ik herinner het me uit mijn jeugd. Kate Moss was mijn stijlicoon en ik vond haar benen ‘leg goals’. Ook keek ik eindeloos naar foto’s van Mary-Kate en Ashley Olsen in boho chic looks, en naar Cory Kennedy, het nonchalante party-icoon van de indie sleaze-scene. Ze waren cool en stylish, en op online fora werden hun lichamen geïdealiseerd. Het gevolg? Een generatie meisjes die worstelde met hun lichaam én een verslavende relatie met shoppen ontwikkelde.
Het nummer Nothing Tastes As Good As It Feels van de Britse punkband Lambrini Girls (2025) vat rauw samen wat onrealistische schoonheidsidealen kunnen aanrichten in het leven van jonge vrouwen:
Nothing tastes as good as it feels
As my head hits the rim of the toilet lid
Kate Moss gives no fucks that my period has stopped
Wish I was skinny, but I'll never be enough
Skinnytok
Online groeit momenteel een verontrustende trend: op TikTok en Instagram ontstaat een nieuwe thinspiration-bubbel, ook wel SkinnyTok genoemd, waarbij het slanke lichaam opnieuw wordt gepresenteerd als hét ultieme doel. Het lijkt vaak onschuldig omdat het wordt verpakt als ‘gezondheid’ of ‘wellness’, maar in werkelijkheid zien we een heropleving van pro-ana-content (anorexia), dit keer in een strak sportpakje met hashtags als #bodygoals en #thinspo. En de algoritmes blijven het eindeloos pushen, vooral bij jonge, kwetsbare gebruikers.
Ik weet hoe snel je in zo’n fuik belandt. Eén klik op een video van een ultradunne momfluencer in een piepkleine bikini, haar lichaam trots poserend in een bewust slankermakende pose terwijl haar kind toekijkt (ik klikte uit verbijstering: doet ze dit echt waar haar kind bij is?) – en ik zat er al in. Ondanks dat ik meteen aangaf deze content niet meer te willen zien, bleef mijn feed af en toe dit soort video’s voorschotelen.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over het controversiële Chubby filter op TikTok, dat je laat zien hoe je eruitziet als je dikker zou zijn - bedoeld als motivatie om af te vallen. Het filter is inmiddels verwijderd, maar de onderliggende boodschap blijft hangen: dik is fout. Dun is goed.
De wetenschappelijke link: lichaamsbeeld en consumptiedrang
Wat gebeurt er als je jezelf vergelijkt met dit eenzijdige ‘ideale’ beeld en daar niet aan voldoet (wat bij de meeste mensen het geval zal zijn)? Wat doet dat met je zelfliefde en je portemonnee? Volgens de self-discrepancy theory van E. Tory Higgins (1987) ontstaat er psychologische stress wanneer er een kloof bestaat tussen wie je bent en wie je zou willen zijn. Die innerlijke spanning leidt vaak tot compenserend gedrag. En in onze maatschappij betekent dat: shoppen (lees ook mijn artikel over kopen als psychologisch copingmechanisme).
Maar nog het meest zorgwekkend is de uitkomst van een onderzoek van Tilburg University (2007) naar het effect van aantrekkelijke modellen in reclameafbeeldingen op zelf-discrepanties bij vrouwen. Wat blijkt: het zien van realistische, vollere modellen heeft een positief effect op zelfliefde én remt koophonger: het ware en het ideale zelf komen dichter bij elkaar te staan. Maar – en dit is het pijnpunt – de onderzoekers voegden daaraan toe: “Het gebruik van volle modellen roept echter een negatievere productevaluatie op, wat slecht is voor de marketing”.
Ontevredenheid verkoopt beter dan zelfliefde
Het hardnekkige dunne ideaal is geen toevallige stijltrend, maar een strategisch onderdeel van een commercieel systeem dat winst maakt op onze onzekerheid. Waarom denk je dat SHEIN haar modellen zo zwaar Photoshopt dat ze op digitale avatars lijken, met absurde zandloperfiguren? Omdat het verkoopt.
En waarom vliegt Kim Kardashians SKIMS de (digitale) webshop uit, zelfs bij mensen die zeggen duurzaamheid belangrijk te vinden, ondanks nul transparantie over productie of milieu-impact? Omdat ontevredenheid simpelweg beter verkoopt dan zelfliefde.
De échte duurzame beweging is mentaal
Een onhaalbaar ideaalbeeld houdt de verkoop draaiende. Zelfacceptatie? Veel minder lucratief. Maar het is niet alleen schadelijk voor je eigenwaarde - het ondermijnt ook onze planeet en de levens van de mensen die onze kleding maken. Overconsumptie jaagt het systeem op, vergroot de wegwerpcultuur en houdt onrecht in stand.
Ik vind dan ook dat mentale weerbaarheid en zelfliefde veel centraler moeten staan in de duurzaamheidsdiscussie. Uit eigen ervaring weet ik dat de grootste transformatie niet plaatsvindt in je kast, maar in je hoofd. Of eigenlijk: je hart.
Wat kun jij doen?
Hoe doorbreek je een systeem dat verdient aan jouw onzekerheid? Dit helpt:
Herken én erken je triggers. Wat wil je écht veranderen met die nieuwe aankoop? Welk gevoel probeer je op te lossen? Wees radicaal eerlijk naar jezelf. (Lees ook mijn artikel Kopen om te copen)
Schoon je feed op. Cureer je feed met dingen die gezond voor je zijn.
Kies je omgeving bewust. Mensen zijn spiegels. Omring je met wie je helpt jezelf te accepteren. Want waar je je mee omringt, wordt je norm.
Investeer in zelfacceptatie. Zelfliefde ís activisme in een wereld die winst maakt op onze twijfel.
Koop minder, draag bewuster. Laat kleding jóu volgen, niet andersom. Je hoeft niks aan jezelf te corrigeren om (ooit) ergens in te passen.
Wees een voorbeeld. Voor je kind, je volgers en je vrienden. Laat zien dat jouw lichaam genoeg is. Own it :)
Zie je lichaam als bondgenoot. Het draagt je door het leven. Het helpt je bewegen, voelen, lachen, ademen. Je lichaam is geen project. Het is een fantastische tool waar je dankbaar voor mag zijn.
We hebben geen nieuwe trends nodig, maar échte mensen. Mensen die zichzelf genoeg vinden - vandaag, niet ‘pas als’. Ik pleit dan ook voor vurige zelfliefde en een gezonde dosis systeemboosheid, want ik weiger mijn lichaam nog langer te haten omdat Big Tech, Big Fashion of Big Beauty daar beter van wordt. Dit pikken we toch niet?
Zoals Lambrini Girls het heerlijk verwoordt aan het einde van het nummer:
Also, diet drinks taste like absolute fucking shit
Give me full fat, you fucking bastards
Fuck
Let me eat carbs!
Laat ons met rust. Let us eat carbs.
Fuck them all. Hou van jezelf. Laat dát onze strijdkreet zijn.
Heeft jouw lichaamsbeeld jouw koopgedrag wel eens beïnvloed of herken je je in mijn verhaal? Laat een reactie achter, het mag ook in een direct chat als liever anoniem blijft.







Dank voor deze woorden! Ik ben vorig jaar voor het eerst mama geworden. Ik worstel nog wel wat met mijn lichaam en gezondheid - ik heb nu eenmaal niet (op dezelfde manier) tijd voor sport en beweging. En frustrerend dat ik het vind! Voor mijn zwangerschap was ik op een gezonde manier afgevallen tot een voor mijn bouw gezond gewicht (was aangekomen door ziekte). Was ik supertrots op, ik voelde me goed! Energiek en fijn in mijn lijf. Niet strak, maar fijn. Maar dat ‘snel’ weer bereiken op dezelfde manier na een zwangerschap is niet realistisch. Toch voelde ik me daar wel toe gepusht. Door mezelf, door media, zelfs een beetje indirect door sommige mensen om mij heen. Een vriendin die me complimenteerde dat ik na twee, drie maanden al veel verloren was, terwijl een andere vriendin van haar ‘nog steeds worstelde met de kilo’s’. Zo van: de rest komt dan ook wel bij jou. Dat was oprecht niet gemeen bedoeld, maar laat denk ik wel zien hoezeer het door ons is geïnternaliseerd. Vergelijken is echt verschrikkelijk, en eigenlijk speelt alles daar op in.
Heel belangrijke boodschap!