First they laugh, then they copy
Hoe inzicht in de trendcurve je helpt om je koopgedrag te veranderen in deze overconsumerende Hype Era. Waar gaat het heen als alles blijft versnellen? Stevenen we af op een fashion burnout?
Eerst even dit: op donderdag 10 april host ik van 10:00 - 11:00 de allereerste OFFMODE TALK, samen met modepsycholoog Anke Vermeer. In deze online livesessie bespreken we de relatie tussen trends en identiteit en hoe je een goede balans vindt tussen je eigen stijl en hypes. Kan dat wel?
Deze maandelijke talks zijn gratis inbegrepen bij het betaalde membership (€6 per maand of €60 voor een jaar). Je ontvangt de link je mail en kunt de sessie ook achteraf terugkijken. Heb je een vraag voor Anke? Stel ‘m in de comments.
Twee weken geleden spotte ik ‘m weer in het Amsterdamse straatbeeld: de Balenciaga City Bag. Aan de arm van een hippe meid met een klein, breed zonnebrilletje, haar haren strak naar achteren in een clip, en aan haar voeten zwart-witte Puma Speedcats - naast de Onitsuka Tigers dé opvolger van de Adidas Samba en Gazelle. Dat deze comeback eraan zat te komen, was geen verrassing. Highsnobiety was al lyrisch en dan weet je: dit wordt the next big thing.
Terwijl ze langsloopt, vraag ik me af wat er met alle Adidas Samba’s gebeurt zodra de massa er klaar mee is. Ik vrees dat ik (en het Mondiale Zuiden) het antwoord al weet.
Maar terug naar de City Bag (zie onder), dé tas die me begin jaren ‘10 in z’n greep hield. Het waren de hoogtijdagen van mijn fast fashionverslaving. Op het legendarische Ellegirl forum, waar ik heel wat uren doorbracht, was iedereen geobsedeerd door Mary-Kate en Ashley Olsen: dé boho-chic iconen die ervoor zorgden dat ik die tas móést hebben.
Het werd een plastic nepvariant, geïmporteerd voor mijn fast fashion-webshop, dus lekker goedkoop. Maar lang had ik ‘m niet: ik verkocht ‘m snel weer op Marktplaats, zodat ik Asos en Topshop opnieuw kon leegkopen. De hype was over en je kon zo goed zien dat het een dupe was, dat ik me er toch wel awkward bij voelde.
In 2025 komt boho chic weer helemaal terug. Net als de skinny jeans, kopten grote media als Vogue, Elle en Bazaar. Vorig jaar kon bijna niemand zich nog voorstellen om zich weer in zo’n loeistrak rotding te hijsen, maar we weten toch: alles wat ooit verguisd werd, wordt uiteindelijk toch weer gedragen. Het modepubliek rent in rondjes. En baggy is er al even, dus we moeten door.
De hoofdaap zet een pet op
“First they laugh, then they copy”, las ik ooit, en die quote is me altijd bijgebleven. Zoals Thoreau ooit in zijn boek Walden (1854) schreef:
De hoofdaap in Parijs zet een reispet op, en alle apen in Amerika doen het hem na. (…) Elke generatie lacht om de eerdere mode, maar volgt devoot de nieuwe. (…) De kinderlijke, primitieve voorliefde van mannen en vrouwen voor nieuwe patronen maakt dat ze almaar aan caleidoscopen schudden en erdoorheen loeren om juist die figuur te ontdekken die deze generatie vandaag de dag nodig heeft. (…) Van twee dessins die alleen verschillen door een paar draadjes meer of minder van een bepaalde kleur, zal de ene grif verkocht worden en de andere op de plank blijven liggen, hoewel het vaak voorkomt dat de laatstgenoemde een paar maanden later het meest modieus wordt.”
Hoe meer afstand ik neem van het modesysteem, hoe vermoeiender ik het vind. Vaak denk ik terug aan de onstilbare honger die ik voelde tijdens mijn fast fashion-periode. Terwijl ik mezelf ervan overtuigde dat ik ‘gewoon lekker genoot van het experiment van zelfexpressie’ (zo wordt overconsumptie aan ons verkocht), was ik mijn Zelf eigenlijk volledig kwijt.
Ik denk dat veel fashionista’s oprecht geloven dat hun outfits uniek en eigen zijn. Logisch: wat we dragen, zien we graag als iets persoonlijks en authentieks. Kleding is een verlengstuk van hoe we onszelf willen zien: een autonoom, zelfdenkend wezen.
Waarom zijn we zo bezig met trends?
Onze drang naar vernieuwing zit diepgeworteld in de menselijke behoefte aan ontwikkeling en inspiratie. Een nieuwe trend kan energie geven, terwijl steeds hetzelfde doen of dragen gaat vervelen.
Hoe we met modetrends omgaan, zegt veel over hoe we ons tot anderen verhouden, bij welke groep we horen en welke sociale positie we willen claimen. Een mooi voorbeeld vind ik nog steeds quiet luxury, reactie van old money op de nieuwere rijken die pronkten met opvallende logo’s van Gucci en Balenciaga. Terwijl new money haar rijkdom trots etaleerde op sociale media, werd subtiele luxe juist een statussymbool onder de échte kenners (wat zou er trouwens met al die Triple S-sneakers zijn gebeurd?).
Hoe ontstaan en verlopen trends?